In Heylen en de herkomst op Vier toont Martin Heylen wat een reis naar de roots teweegbrengt bij Belgen van vreemde origine. Elke week beschrijft hij hier een tafeltafereel, dat u niet te zien krijgt. Deleted scene 1: polenta met konijn in Italië.

Matteo Simoni e famiglia

Bruno Simoni is 89, man in maatpak, de vader van Victor ‘Vittorio’ Simoni, een bekende architect uit Hasselt. En Victor is de vader van Matteo Simoni, ‘Smos’ in Safety First, die ook Rocco Granata speelde in Marina. Voor het eerst ben ik met een dynastie op reis, afkomstig uit Borgo, een bergdorp in de Dolomieten.

De vader van Bruno verliet zijn geboortestreek na de Eerste Wereldoorlog, toen Italië een deel van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk inlijfde. De Simoni’s waren dus eigenlijk Oostenrijkers. Overigens: als Franz Ferdinand niet was doodgeschoten, zou dit nog een deel van Zuid-Tirol zijn en aten we vanavond Knödel met schnitzel. En dan had Matteo nooit de hoofdrol in een film over een Italiaanse gastarbeider gespeeld.

 

We zijn in de Via Fratelli 39. Hier wonen Carla Giotto en Enrico Segnana, verre familieleden langs moederskant. La famiglia heeft ons uitgenodigd voor een streekmaaltijd. Una sorpresa is ons beloofd. De verwachtingen liggen hoog. Victor hoopt op de Noord-Italiaanse polenta met paddenstoelen, een hoogtepunt uit moeders keuken. Ik denk dat hij ze dat al ingefluisterd heeft.

 

Het begint formeel. Een tiental familieleden heeft zich in een halve cirkel opgesteld in de kleine keuken. De geplogenheden zijn als volgt. De mannen krijgen van de bezoekers een stevige handdruk. De dames mogen gekust worden – twéé kussen, we zijn in Italië. Dat gaat meteen de mist in. In België beginnen we rechts, maar de Italiaanse dames bieden eerst hun linkerwang aan. Ik raak in de war, aarzel, buig toch voorover, een paar keer lijkt het dat ik de dame vol op de mond wil kussen, raken onze lippen elkaar en eindigen we in een soort neuze-neuze. De truc is: ‘In België drie!’ roepen en assertief een derde geven. Opa Simoni is helemaal mee.

Na het uitwisselen van beleefdheden en het informeren naar elkaars gezondheid weet niemand goed wat zeggen. Tot de heer des huizes minzaam een sein geeft en iedereen in de mooie kamer uitnodigt, aan een rijkelijk gedekte tafel. De Simoni’s zijn eregasten. Iedereen wil dicht bij hen zitten, ook ik. Als een schaduw volg ik vader Vittorio, die goed Italiaans spreekt. Aan een beteuterde tante legt hij uit dat ik ‘voor de film’ naast hem moet zitten.

De 89-jarige Bruno Simoni kijkt uitdagend

in het rond. ‘Ik wed voor 20 euro dat ik mijn witte hemd kan uittrekken zonder dat ik me eerst ontdoe van mijn vest en ondervestje’

HET APERITIEF

Prosecco, what else? De donkergroene fles heeft geen etiket. ‘Carla en ik kopen elk jaar 200 liter die we op flessen trekken’, zegt Enrico droogjes. ‘Hij komt uit Conegliano, uit de vallei Valdobbiadene. Dat is de beste.’ Er wordt geen tijd verspild aan tafeltoespraken. Na een ‘tast maar toe’ van Enrico zeggen we ‘prosit’ en probeert iedereen met iedereen te klinken. Dat leidt tot een getingel en een geharrewar vanjewelste, vergelijkbaar met de verkeerssoep in een gemiddelde Italiaanse stad.

DE ANTIPASTI

Op de lange tafel staan grote schalen met antipasti. Reepjes gele en rode paprika, gesmoord in olijfolie en belegd met een tapenade van geraspt brood, tijm, oregano, basilicum en rozemarijn, zout, peper en olijfolie. Gegrilde aubergineschijfjes (uit eigen tuin), sneetjes lucanica (salami), ruwe brokjes Trentingrana-kaas (jonge én belegen), pizzete met tomatenpuree en oregano.

HET HOOFDGERECHT

De hartenwens van Vittorio gaat in vervulling. Hij krijgt als eerste een groot bord polenta met konijn en wilde paddenstoelen voorgeschoteld. Beaat kijkt hij de gastvrouw aan, heft plechtig zijn armen en vraagt de aanwezigen om eerbied en respect. Hij proeft. Er valt een stilte. Hij kauwt, sluit zijn ogen. Dan: ‘Deze smaak, deze geur. Ik zie beelden van een kleine keuken, van een plastieken tafelkleed, mijn mama aan het fornuis. Grazie mille!’ Een schotel van La Mama is het op één na hoogste zinnelijk genot voor een Italiaan – in casu een Limburger. Als een kind reageert hij knorrig als opa Bruno aan Carla om een kleinere portie vraagt. ‘Je kunt jouw restjes toch aan mij doorgeven, papa.’

Polenta van Giovanna: een kookpan met 3 liter gezouten water aan de kook brengen, driekwart kilo maïsmeel toevoegen en met een spatel roeren tot het dik en smeuïg is. ‘In Zuid-Tirol voegen ze veel kaas en boter toe’, zegt Carla. De polenta wordt op een houten plank gelegd en met een koordje in schijven gesneden.

Konijn van Flora: grof gesneden rode ajuin glazig stoven. ‘De stukjes konijn niet wassen’, bezweert Flora. ‘Wel met een handdoek droogwrijven. En dan op een grote vlam krokant aanbakken.’ Zout en peper erbij, en een glas witte wijn. De stukjes vlees inbakken en voortdurend ronddraaien, ‘maar niet laten uitdrogen’. Beetje bij beetje water toevoegen, zodat het blijft pruttelen. ‘Niet te veel, niet te snel.’ Rozemarijn en laurier toevoegen, deksel erop en een uur op een zacht vuurtje laten sudderen.

Paddenstoelen van Carla: stoof verse, donkere cantharellen in warme olijfolie, look erbij, peper en zout. Op het einde nog wat peterselie. ‘Meer is het niet.’ Stoof ook kleine stukjes eekhoorntjesbrood, met wat ajuin, look en peterselie. ‘En meer is het echt niet’, herhaalt Carla. Stoof bleke finferli (bleke cantharellen) op dezelfde manier. ‘Ik zeg u: meer is het niet.’

OM DE GAATJES TE VULLEN

Een overbodigheid, die op het einde helemaal op is.

 

Gegrilde varkenslapjes van Carla: snijd ze fijn in lapjes van 5 centimeter en marineer ze de hele dag in rozemarijn, laurier, tijm, basilicum, olijfolie, peper en zout. ‘Op de grill hoef je ze alleen nog heel kort te braden – meer is het niet’, zegt Carla.

 

Polpette van varkensvlees: ‘Dat is te gemakkelijk’, zegt Carla. ‘Je koopt een worst bij een goede slager, duwt de vulling eruit en maakt daar balletjes van. Vraag minstens om lucanica fresca.’ Giovanna, die nog in België heeft gewoond, zegt: ‘Volgens mij kun je die in de Colruyt kopen.’ Carla knikt. En denkt er het hare van.

DE WIJN

Rode Teroldego Rotaliano DOC (Arte di fare vino dal 1904). Robijnrode kleur, aroma’s van woudvruchten.

HET NAGERECHT

Gesmolten kaas gevuld met wilde paddenstoelen. De kaas smaakt een beetje gerookt, zoals een scamorza, maar de dames verzekeren me dat het verse asiago is.

‘Dames en heren, mag ik uw bijzondere aandacht alstublieft?’ De stem van de oude man in maatpak schalt door de woonkamer. De 89-jarige Bruno Simoni kijkt uitdagend in het rond. ‘Ik wed voor 20 euro dat ik mijn wit hemd kan uittrekken zonder dat ik me eerst ontdoe van mijn vest en ondervestje. Even taxeert hij de blikken. ‘En Martin zal me assisteren. Ja, jij Martin. Maak mijn mouwknoopjes los, Martin. En nu: hard aan mijn hemdskraag trekken. Toe maar, trek dan.’

Ik grijp de oude man bij zijn kraag. Het hemd glijdt met rukjes omhoog, tot over zijn hoofd, maar stropt dan. Hij is een knoopje vergeten te openen, hij wordt bijna opgehangen. Mensen roepen: ‘Ho ho!’ Opa’s gezicht loopt rood aan, met een laatste ruk schiet het hemd over zijn hoofd. Half uitgekleed neemt hij glunderend het applaus in ontvangst. Niet zonder enige moeite slagen vader en zoon erin opa ervan te weerhouden zijn meestertruc uit te voeren.

‘Die met het vuur’, zegt hij met verwilderde blik. ‘Heeft er iemand lucifers bij?’

fin