Geweldige cadans Als tiener beschikt Evenepoel nog niet over de kracht van Roglic of Campenaerts, maar hij compenseert dat met souplesse. ‘Remco trapt altijd een kleinere versnelling dan de rest’, vertelt Pelgrim. ‘Hij had ook geen andere mogelijkheid. Vorig jaar haalde hij in de tijdrit een gemiddelde snelheid van 50 km/u, ondanks het feit dat junioren maximaal met een 52x14-versnelling mogen rijden. Dan heb je ongeveer 110 omwentelingen per minuut nodig om die snelheid te bereiken. Dat is enorm. Ter vergelijking: een ‘normale’ mens trapt op zijn stadsfiets 60 omwentelingen per minuut.’ Volgens Pelgrim trappen de meeste tijdrijders op het vlakke tussen de 95 en 100 omwentelingen. Precieze cijfers heeft hij niet, maar bij Evenepoel zou dat 105 omwentelingen zijn. ‘Tijdens een tijdrit heb je altijd nulpunten, bijvoorbeeld wanneer je een bocht neemt, dus gemiddeld 110 omwentelingen per minuut is quasi onmogelijk. Remco trapt nu een grotere versnelling dan bij de junioren, maar overdrijft niet. Tijdens de tijdrit in de Ronde van België had hij een te grote versnelling gestoken en was zijn trapfrequentie iets te laag. Dat zal hem niet meer overkomen, ook al werd hij er toen nog vierde.
Woensdag 25 september, live op Eén vanaf 14 uur
Onderschatte techniek In zijn eerste profseizoen was Evenepoel al een paar keer betrokken bij een val, maar in een tijdrit viel hij nog nooit. ‘Op het EK was er niks aan te merken op zijn bochten. Hij is niet de allerbeste stuurman van het peloton, maar scoort zeker ook niet onder het gemiddelde. Remco zal nog progressie maken in zijn stuurvaardigheid, maar zal nooit het niveau van Alaphilippe bereiken. Zoals Julian een bocht aansnijdt, dat is uitzonderlijk. Een acrobatisch natuurtalent. Bochtentechniek kan je ook zeer moeilijk trainen, net als het afdalen van een col. Om dat echt te kunnen trainen, moet je de weg langs beide rijrichtingen afzetten, zodat je de bochten aan 100 procent kan aansnijden. Probeer dat maar eens te regelen in België... Remco traint minstens drie keer per week op zijn tijdritfiets. Dat is ook nodig wil je een specialist worden.’
De jongste, de kleinste, de lichtste. En ook de beste?
Hoe langer het parcours, hoe beter Volgens Pelgrim is het voordelig wanneer je een hoge cadans trapt. ‘De doorbloeding van de spieren is beter bij veel omwentelingen. Je kan de inspanning dus langer volhouden.’ Ook Evenepoels innerlijke motor is gemaakt voor lange inspanningen. ‘Als hij een berg van twee kilometer lang zo snel mogelijk moet oprijden, zijn er veel andere renners beter. Maar hij kan dat tempo wel veel langer volhouden. Remco’s lichaam is eerder aeroob dan anaeroob. In vergelijking met Remco is Julian Alaphilippe beter anaeroob. Die heeft dus een ongelofelijke punch in huis, maar aan het einde van de Tour begonnen de inspanningen steeds zwaarder door te wegen. Daarentegen zal Remco zal tegenover Julian iets minder tot zijn recht komen in een proloog, omdat hij de man is van de lange adem. Hoe langer de tijdrit, hoe beter voor hem. De 54 kilometer van woensdag zijn dus ideaal. Zo’n lange tijdrit heeft hij nog nooit eerder gereden, maar dat is qua training en indeling vergelijkbaar met een tijdrit van 40 kilometer. De uitslag van woensdag zou grotendeels dezelfde zijn mocht de tijdrit tien kilometer korter zijn.’
De lichtste Gevoed door een quote van Patrick Lefevere was het gewicht van Evenepoel in de lente een klein issue. Pelgrim wil geen concrete cijfers geven over het gewicht van zijn poulain. ‘Remco staat scherp. Hij weegt nu ongeveer hetzelfde als vorig jaar op het WK.’ Al zou het eerder naar de 61,5 kilogram neigen dan naar de 62. Daarmee behoort hij tot de lichtgewichten. ‘In een tijdrit is gewicht niet zo doorslaggevend als tijdens het klimmen. Het parcours naar Harrogate is niet vlak, dus het helpt nooit als je extra kilo’s moet meezeulen. Anderzijds mag je ook niet te mager staan, omdat je zo vermogen verliest. Ondanks zijn laag gewicht is Remco in staat veel vermogen te ontwikkelen. De vermogens van Tony Martin (75 kilo, red.) en Tom Dumoulin (70 kilo, red.) zal hij nooit trappen, maar hij compenseert dat met zijn lager aerodynamische coëfficiënt.’
Evenepoel als tijdrijder
Extreem lage aerodynamisch coëfficiënt Zo is de succesformule van tijdrijden de optimale berekening tussen het geleverde vermogen en dat aerodynamisch coëfficiënt. Hoe kleiner en dunner je bent, hoe meer aerodynamisch je tijdrithouding is. Evenepoel zit zeer aerodynamisch op zijn tijdritfiets. ‘Ik zit al tien jaar als trainer in de koers en heb nog nooit een renner met een lager aerodynamisch coëfficiënt dan Remco opgemeten’, aldus Pelgrim. ‘Enkel wereldkampioene tijdrijden Annemiek van Vleuten testte ooit beter, maar zij is nog drie centimeter kleiner dan Remco en als vrouw fijner gebouwd. Perfectie bestaat niet, maar Remco heeft geen brede schouders, kan zeer laag op zijn fiets zitten en kan zich goed klein maken. Al vermoed ik dat ook Victor Campenaerts, Rohan Dennis en Tom Dumoulin naar hun lichaamsbouw en mogelijkheden bijna de perfectie benaderen.’
Betere indeling Pacing is een tijdritvakterm voor het egaal indelen van een tijdrit. Een goede pacing betekent: niet te traag starten of op het einde weinig verval kennen. ‘Bij Remco is die pacing vrij egaal, al heeft hij er dit jaar twee kleine foutjes in gemaakt. In de Ronde van San Juan begon hij te voortvarend en verslapte hij in de slotkilometer. Dat was een goeie les, daarvoor dienen zo’n voorbereidingskoersen ook. Op het BK was er ook een beetje verval in het slot, maar miniem. Op het EK deed hij het dan weer perfect. De WK-tijdrit is zeer onregelmatig en dus moeilijk om in te delen. Het wordt een goeie test, maar gezien zijn vooruitgang in pacing maak ik mij geen zorgen.’
De kleinste Rohan Dennis (1m82), Tom Dumoulin (1m85), Tony Martin (1m85), Vasil Kiryienka (1m82), Bradley Wiggins (1m89), Fabian Cancellara (1m86), Bert Grabsch (1m79), Michael Rogers (1m85), Santiago Botero (1m75) en Jan Ulrich (1m83). De laatste twintig wereldkampioenen tijdrijden zijn heel wat groter dan Remco Evenepoel, die 1m71 meet. Jacques Anquetil – Monsieur Chrono – mat 1m76. ‘Tijdrijders zijn meestal grote machtsmensen, maar er leiden meerdere wegen naar Rome’, aldus coach Koen Pelgrim. ‘Remco heeft het voordeel dat hij ten opzichte van zijn lengte een lange houding kan aannemen op zijn tijdritfiets. De lengte van een tijdrijder is niet doorslaggevend, maar je kan beter 1m91 zijn zoals Kasper Asgreen dan 1m89 zoals Bob Jungels. Een van de vreemde UCI-regels schrijft namelijk voor dat renners die groter zijn dan 1m90 een tijdritstuur dat vijf centimeter langer is mogen gebruiken. Dat scheelt in comfort. Ben je net kleiner dan 1m90 – zoals Jungels dus –, dan heb je pech.’
Als de huidige Europese tijdritkampioen morgen ook de beste op wereldvlak blijkt, wordt Remco Evenepoel niet alleen de jongste (19 jaar), maar ook de kleinste (1m71) en de lichtste (61,5 kg) wereldkampioen tijdrijden bij de profs ooit. Voor het zover is, licht zijn trainer Koen Pelgrim de tijdritkwaliteiten van de neoprof door: ‘Remco kan alle mogelijke tijdritparcoursen aan. Liefst zo lang mogelijk.’ BRAM VANDECAPELLE
Lenigheid (ondanks voetbalcarrière) Remco Evenepoel is een ex-voetballer. Die hebben de neiging kortere en explosieve spieren aan te kweken, wat de lenigheid niet ten goede komt. ‘Maar daar heeft Remco absoluut geen last van. Als je kijkt hoe diep hij op zijn tijdritfiets zit, dan ben je lenig. Vorig jaar zat hij zelfs nog dieper, maar dat bleek niet nodig. Een tijdrijder is trouwens nooit een stijve hark. Bob Jungels is 1m89 groot, maar kan wel al rechtstaand vooroverbuigen en beide handpalmen plat op de grond drukken. Voor een tijdrijder is lenigheid belangrijker dan voor een wegrenner. Wanneer je als tijdrijder geen flexibel lichaam hebt, kost het te veel moeite om de tijdritpositie een uur lang vast te houden.’
Vaste opwarming Dat Evenepoel in de Ronde van San Juan als een komeet vertrok, lag deels aan de opwarming. In de hitte – meer dan 40 graden – had hij te lang opgewarmd. ‘Achteraf hebben we dat geëvalueerd. Tegenwoordig heeft hij een vast stramien van 35 minuten opwarming. Het is een houvast voor hem en we gaan dat ook zo houden’, vertelt Pelgrim. Ook zijn voeding in de aanloop naar een tijdrit staat voor 90 procent vast. ‘Martijn van de Bakala Academy heeft een menu samengesteld. Speciaal is dat niet. Zoals bijna alle tijdrijders eet hij vooraf vooral rijst.’
Woensdag 25 september, live op Eén vanaf 14 uur
De jongste, de kleinste, de lichtste. En ook de beste?Als de huidige Europese tijdritkampioen morgen ook de beste op wereldvlak blijkt, wordt Remco Evenepoel niet alleen de jongste (19 jaar), maar ook de kleinste (1m71) en de lichtste (61,5 kg) wereldkampioen tijdrijden bij de profs ooit. Voor het zover is, licht zijn trainer Koen Pelgrim de tijdritkwaliteiten van de neoprof door: ‘Remco kan alle mogelijke tijdritparcoursen aan. Liefst zo lang mogelijk.’ -BVC
Evenepoel als tijdrijder